200myls 2017 / solo met de “Saffier” een Contessa 32
In oktober heb ik deelgenomen aan de 200 Myls Solo, die jaarlijks in het najaar wordt gezeild. Deelnemers kunnen kiezen uit vijf routes met een lengte van 200 mijl op het IJsselmeer en Markermeer en over de Waddenzee en Noordzee. Op woensdagochtend kan er tussen zeven en tien uur worden gestart en tot zondag om twaalf uur is het mogelijk om te finishen. Tijdens de tocht moet een aantal rustperiodes worden genomen, waarvan één voor anker, die strategisch kunnen worden ingezet. De combinatie van het weerbeeld, de routes en de rustperiodes geeft een groot aantal keuzemogelijkheden.
Iedereen krijgt een gps-tracker mee waarmee de posities worden bijgehouden en het thuisfront de vorderingen online kan volgen. De uitslag wordt bepaald aan de hand van SW-cijfers (geen meetbrief nodig). Boten moeten voldoen aan de ISAF categorie 3 veiligheidsvoorschriften.
Eerder in het seizoen is er een schippersbriefing en het evenement vangt aan op dinsdagavond met een borrel, gezamenlijke maaltijd en palaver. Later in oktober is er een prijsuitreiking. De 200 Myls wordt erg goed georganiseerd en de sfeer tijdens het evenement is open en sociaal, ik denk mede omdat iedereen alleen komt.
De 200 Myls van afgelopen najaar was een winderige. Al enkele dagen voor het evenement laat de Windguru veel rood en paars zien. De stabiele voorspelling is dat het flink gaat waaien. In het weekend voor het evenement hijs ik in de haven de stormfok eens, die ik niet eerder heb gebruikt. Ik zet de werkfok op de roller en haal spullen van boord die ik niet nodig heb.
Dinsdag vaar ik van Medemblik naar Lelystad. Het weer is nog rustig maar de Windguru laat onverminderd veel wind zien voor de dagen die komen. Met alleen de fok op en een biertje in de hand geniet ik van het uit de werkweek stappen en het idee van de dagen die komen. Ook uit andere hoeken varen deelnemers naar Lelystad waardoor ik al in de sfeer van het evenement kom. Ik kom aan als de borrel begint en daarna is het gezellig eten en vervolgens palaver met de andere deelnemers op het zeilschip ‘Abel Tasman’.
Tijdens het palaver wordt bekend gemaakt dat in verband met de harde wind maar één route over het IJsselmeer en Markermeer wordt gevaren en dat die route wordt ingekort tot circa 125 mijl. Ik vind het wijze en moedige besluiten. Toch merk ik dat wat energie bij me wegloopt. Ik houd van het puzzelen met routes en rustperiodes en hoewel ik al had besloten op het IJsselmeer en Markermeer te blijven, heb ik het idee dat het nu een kwestie wordt van achter elkaar aan varen. Ten onrechte zo blijkt later.
Woensdagochtend sta ik bijtijds op en ben ik eerst prettig bezig met koffie zetten, boterhammen smeren voor de dag en de boot aan kant maken. Rond half acht start ik met de werkfok op en twee reven in het grootzeil, waarmee de boot goed loopt. Na de eerste rakken haal ik onder de hogerwal bij Volendam een rif uit het grootzeil voor de ruimere rakken die daarna komen. Weer onder de hogerwal uit heb ik veel druk in het tuig en bij Blocq van Kuffeler maak ik bij de boeironding een te bruuske gijp die ertoe leidt dat mijn overloopwagen muurvast komt te zitten aan het uiteinde van de rail. De bedieningslijn zit klem tussen de wagen en de rail. Met kracht komt het niet los en een deel van het rak daarna ben ik meer subtiel bezig om de lijn los te pielen. In het rak naar Enkhuizen zet ik het tweede rif er weer in.
In de sluis bij Enkhuizen staat de wind dwars over de kolk. Hier laat het eigen karakter van de 200 Myls zich zien. In plaats van gadeslaan hoe het misloopt bij een ander, springen deelnemers die al vast liggen op de sluismuur om lijnen aan te nemen van anderen. Na de sluis vaar ik naar de Buitenhaven. Ik zie voor de route niet een reden om door te varen en Enkhuizen spreekt me wel aan om een dag verwaaid te liggen wat het donderdag lijkt te worden. Later hoor ik dat een groep snellere boten tot in Makkum is gekomen, wat erg gunstig lijkt te zijn in verband met het meer naar het noorden gaan draaien van de wind. Met Siebe Schootstra loop ik ’s-avonds Enkhuizen in om wat te gaan eten. Bij het eerste restaurant waar we door een ruit kijken gaan direct armen in de lucht van andere zeilers waar we bij aanschuiven, life as it should be!
Donderdag waait het inderdaad hard, in het bijzonder in de ochtend als een front overtrekt. Ik geef me over aan bezigheden als een broodje halen bij de bakker, met de kachel aan de Zeilen lezen en wat klusjes aan de boot en ik verwen mezelf met een paar erg dure nieuwe zeillaarzen. Passagieren in optima forma. Tussen de middag is er een spontane lunch met een grote groep deelnemers in de Mastenbar en ’s-avonds komt Rob Bosgraaf die Enkhuizen als thuishaven heeft gezellig buurten.
Ook vrijdag is er veel wind. Ik vaar in twee en een half uur de rakken naar Urk. Verder gaan vind ik niet zinvol. Voor zaterdag is voorspeld dat de wind meer westelijk wordt waardoor de aansluitende rakken bezeild worden wat gunstiger lijkt. Ik heb een beetje te doen met een aardig Duits stel waar ik naast lig die voor het eerst een boot hebben gehuurd en nu al een paar dagen geparkeerd liggen op Urk. Er liggen veel andere deelnemers en ’s-avonds gaan we met een groep ergens eten.
Zaterdag is de wind inderdaad meer naar west gedraaid. De wind staat nu op de kade waar de meeste deelnemers aan liggen, maar ook met één opvarende per boot komt de vloot soepel los. Wellicht dat met minder handen ook minder misverstanden ontstaan. Daarnaast zet alleen varen er toe aan om van tevoren beter na te denken hoe iets aan te pakken. Ik heb in de zomer een leuk boekje gelezen van de ANWB over manoeuvreren en probeer sindsdien zo min mogelijk spierkracht te gebruiken bij wegvaren en afmeren. Het is leuk hoe met een spring vanaf de achter kikker aan loef naar de wal, de boot door gas vooruit te geven ondanks de dwarswind als vanzelf en beheerst los komt van de wal.
Zoals de meesten die op Urk liggen, ga ik 58 mijl van de route tot aan Enkhuizen varen. Bij Breezanddijk zijn er twee rakken niet bezeild. Met de werkfok en dubbel rif zeilt de Contessa prachtig aan de wind. Ik loop gemakkelijk in op een aantal andere boten, niet zozeer op snelheid maar door een grotere hoogte aan de wind. Genieten! Als ik eind van de middag aankom in Enkhuizen regent het. In de boot is alles beslagen en ook met de kachel aan blijft het wat klam.
Zondag heb ik alleen het rak van Enkhuizen naar Lelystad nog te varen. Voorspeld is dat de wind gaat afnemen. Ik sta om vijf uur op en lig met de eerste lichting in de sluis. Na de sluis wissel ik de werkfok voor de genua. Ik denk dat de genua wel voldoende zeil zal zijn totdat ik in de schemering het silhouet van de FF95 van Siebe ontwaar met de spinakerboom voor het voorstag uit priemend. Ik maak ook snel de spinaker klaar en dat blijkt maar goed ook, want de wind neemt snel af. Om kwart over negen passeer ik de finishboei, wat ik als een enigszins stemmig moment ervaar.
Het was een bijzondere en weer zeer goed georganiseerde 200 Myls. Ik denk dat de keuze van de organisatie voor één ingekorte route heeft voorkomen dat het evenement moest worden afgelast. Anders dan ik dacht tijdens het palaver, waren er meer tactische mogelijkheden dan ik heb benut. Een voorbeeld is de groep die op de eerste dag tot in Makkum kwam en ik hoorde dat de winnaar Harmen de Jong, op zaterdag uitgekiend heeft gewacht tot de rakken bij Breezanddijk bezeild waren. Door de ingekorte baan had een ieder alle tijd en was het ook een ongekend sociale 200 Myls. Ik ben op de negende plaats geëindigd waar ik blij mee ben. De dagen waren voor mij ook een ode aan de Contessa 32 die onverstoorbaar en prettig blijft zeilen met deze omstandigheden.
De volgende 200 Myls Solo vindt plaats van 3 t/m 7 oktober 2018. Let op als je interesse hebt om mee te doen, de inschrijving start op 1 maart 2018 (zie: www.200myls.nl) en loopt doorgaans snel vol. Op 1 maart 2018 zit ik om 00:01 uur klaar om me in te schrijven
Govert Ramselaar
200myls 2017 / solo met de “Friday” een Contessa 28
Ik had er lang naar uit gekeken. Vorig jaar zag ik de boten met de solovlag bij de sluis van Enkhuizen toen ik nog een weekendje richting de wadden ging. Dat was iets voor mij, dacht ik toen. Een uitdaging, maar goed te doen. Als zeiler was ik er wel klaar voor en volgens mij had de Friday, mijn Contessa 28, die ik vijf jaar geleden gekocht had, er wel zin in. Nieuwe zeilen, nieuw staand want, nieuwe plotter en al die andere verbeteringen, vernieuwingen en aanpassingen hadden het schip tot een leuke betrouwbare zeiler gemaakt. Ik wist ook dat ie snel was, we waren derde geworden bij de Markerwadden rally eerder dit jaar.
Gedurende het seizoen had ik nog wel een paar dingen om voor te bereiden. De spinaker werd wat vaker gezet, ook in mijn eentje. Daarvoor miste ik wel twee kikkers, door een vorige eigenaar er af gehaald nadat selftailende lieren waren geplaatst voor de fokkenschoten. Als je solo een spinaker zet moeten de schoten wel vast gezet kunnen worden en zijn die heel handig. Die werden dus de week voor de race weer op de kuiprand geplaatst.
Ik was er klaar voor in oktober en de weersverwachtingen zagen er aanvankelijk ook best leuk uit. Toch maar een vlot gereserveerd om ook de zee op te kunnen gaan. De dagen voor de race veranderde de loop van de depressies. Hmmm, het zou zwaar worden. Vlot toch maar cancelen. Windkracht zeven solo op zee zou ik niet gaan meemaken.
In Lelystad was het gezellig. Iedereen had al een baan in het hoofd, maar dat bleek overbodig. De weersverwachtingen waren nog slechter geworden. We zouden allemaal een ingekorte baan gaan varen op Marker en IJsselmeer. Ik werd wel langzaam een beetje zenuwachtig. De Contessa 28 is een heerlijk snel bootje en prima solo te varen met een autohelm, maar met veel wind is deze vinkieler moeilijk op koers te houden met een autohelm. Die is prima voor een snelle duik in de kajuit of voor even tijdens het bedienen van de schoten, maar lekker rustig koersen tijdens het koken van een maaltijd of zetten van koffie zou moeilijk worden.
En dan nog die depressie die als een storm de volgende dag zou gaan overtrekken, met nog drie dagen windkracht zeven daarna……….
Ik ben rustig wat later bij daglicht vertrokken. Verder dan Enkhuizen zou ik toch niet gaan. Het werd verwacht dat we een dag verwaaid zouden komen te liggen. Urk was misschien wel te halen met een vroege start, maar zoals vele anderen had ik meer zin om dan de dag in Enkhuizen door te brengen. En ja die spinaker……… die zou in de zak blijven.
De tocht over het Markermeer was gaaf. Ik had nog nooit alleen voor de wind met windkracht zeven gevaren. Ik had er voor gekozen om de genua twee op de furl te zetten. met dubbel rif in het grootzeil zou de druk dan maximaal voorin liggen, wat hopelijk de loefgierigheid door de stevige helling zou compenseren. Bovendien was het een wedstrijd en op ruime koersen kan je dan toch het maximale uit de boot halen. Het ging hard, maar het was wel zwaar. Alle koersen kwamen aan bod, gelukkig geen lang kruisrak. Alleen een slag op het eerste rak naar de Sport G-NEK. Moest veel op de hand zeilen, gelukkig lag er genoeg eten binnen handbereik in de gootsteen. De ’s morgens gesmeerde krentenbollen met roomboter en kaas waren weer het perfecte zeilvoer! Plassen is wel een uitdaging. Ik zal maar niet vertellen hoe ik dat opgelost heb. Ben nog wel met gestrekte armen door de kastdeurtje gegaan. Een flinke golf op halfwindes koers bracht me binnen even flink uit evenwicht. Gelukkig een ongelukje met weinig gevolgen. Ik was heel en het railtje waar de deurtjes is lopen was gewoon losgeslagen en was later makkelijk weer met montagekit terug te monteren.
Ruim voor donker liep ik Enkhuizen binnen en gelukkig, ik was inderdaad niet de enige. Verspreid over de havens lagen er 25 solozeilers in Enkhuizen. Ik lag in hetzelfde rijtje als Govert, met een Contessa 32.
Het was daar best gezellig, maar ik kreeg steeds minder zin om door te gaan. Na een verwaaidag zou het nog enkele dagen hard blijven waaien. Zeven tot acht met veel regen. Misschien goed te doen met een koersvaste boot en een webasto, maar voor de Friday zou het meer een koude douche worden….. een koude douche met een harde straal. Ik deed het toch voor mijn plezier?
Na veel wikken en wegen heb ik besloten om niet het IJsselmeer op te gaan, maar donderdag middag naar huis te varen. Alleen op de fok met windkracht 7 was dat nog een hele belevenis, maar voor het donker lag de Friday weer in zijn eigen box en kon ik weer naar mijn warme huis in Amsterdam. Ongeveer een derde van de zeilers die zich hadden ingeschrevenen zijn uiteindelijk gefinisht. Volgend jaar beter, want het smaakte best goed en zeker naar meer.
Rolf